In Oman tref je diverse steden waar de traditionele Arabische cultuur hand in hand gaat met het moderne leven. Maar zodra je de eerste stap in de natuur zet, lijken die kleurrijke bewoonde gebieden haast te verbleken. Het is in Oman de natuur die zelfs de meest doorgewinterde reiziger weet te verbazen. De woestijnen, wadi’s, torenhoge bergketens én langgerekte stranden met perfecte duiklocaties maken Oman volgens velen het mooiste Arabische land.
De turquoise wadi’s
Als er iets is wat de natuur in Oman letterlijk én figuurlijk kleur geeft, zijn het de wadi’s. Alsof je over de toverlamp van Aladdin hebt gewreven en naar een sprookjeswereld bent getrokken. Rond het turquoise water groeien palmbomen en andere planten. De waterpoelen, waar ook veel kleurrijke vogels zich nestelen, nodigen tijdens een rondreis uit tot een verfrissende duik. De mooiste wadi’s van Oman zijn Wadi Shab, niet ver van Muscat, en Wadi Ghul, die de bijnaam ‘Grand Canyon van Arabië’ draagt.
Wahibi Sands en Hadjargebergte
In schril contrast met de zo lieflijk ogende wadi’s staan de grillige woestijngebieden en torenhoge bergpartijen van het land. In Oman is de natuur afwisselender dan je voor mogelijk houdt. In de Wahibi Sands woestijn liggen zandduinen van soms wel honderden meters hoog. Bezoek de woestijn met een gids of huur een goede 4WD. Het toppunt van het Hajargebergte is de ruim 3.000 meter hoge berg Jebel Shams. De kloof waar je op uitkijkt, Wadi Ghul, ligt op bijna een kilometer diepte. In Oman doet de natuur je duizelen!